Tijdens een inspirerende studiereis naar Hongarije bezocht ik samen met collega-architecten van de VIBA Werkgroep Harmonicale Ellips niet alleen de grondlegger van de VIBA, Peter Schmid, maar ook diverse gebouwen van de beroemde Hongaarse architect Imre Makovecz. Wat we aantroffen, raakte me diep: meesterwerken van organische architectuur — bezield, expressief, maar vaak verlaten of vervallen.
Deze reis bracht me dichter bij de wortels van een stroming die mij dierbaar is. Maar het confronteerde me ook met de kwetsbaarheid van dit soort architectuur. Wat gebeurt er met een gebouw als de verbinding verdwijnt?
De kracht van Makovecz
Het werk van Imre Makovecz ademt iets wat moeilijk in woorden te vatten is. Zijn gebouwen lijken niet ontworpen, maar geboren. Ze rijzen op uit de aarde alsof ze er altijd al waren — met vormen die vloeien, vleugels die zich openen, en ruimtes die je stil maken. Je voelt dat hij niet tekende met een liniaal, maar met zijn ziel.
Zijn architectuur is expressief, spiritueel, verbonden met natuur, gemeenschap en cultuur. Een ode aan de levenskracht zelf. Toch waren de meeste gebouwen die we bezochten in slechte staat. Sommige werden nauwelijks nog gebruikt. Anderen leken overgeleverd aan de tijd, aan verval.
Architectuur die vraagt om aandacht
En dat roept vragen op. Want deze gebouwen zijn niet oud — en toch lijken ze vergeten. Misschien omdat ze niet ontworpen zijn als toeristische attracties, maar als levende plekken van verbinding. En als die verbinding wegvalt, sterven ze langzaam af. Niet door technische gebreken, maar omdat er geen mensen meer zijn die ze dragen, bewonen, koesteren.
Deze ervaring bevestigde voor mij hoe essentieel het is dat architectuur gevoed wordt. Door mensen. Door betekenis. Door aandacht.
Deze reis liet me ook anders kijken naar onze eigen praktijk. Hoe zorgen wij ervoor dat bezielde architectuur niet alleen ontstaat, maar ook blijft bestaan? Hoe bouwen we aan gemeenschappen die deze plekken koesteren, activeren en doorgeven? Als architect heb ik geleerd dat de kracht van een gebouw niet alleen schuilt in het ontwerp, maar in het verhaal dat het blijft vertellen. Dat vraagt iets van ons allemaal: betrokkenheid, aandacht, en het vermogen om verder te kijken dan functie of vorm.
Organische architectuur gaat voor mij over resonantie. Over plekken die niet alleen beschutting bieden, maar ook iets in je wakker maken. En dat vraagt ook om een ander soort opdrachtgeverschap, een andere benadering van beheer, en misschien zelfs een andere manier van samenleven.
Bezield bouwen is toekomstgericht bouwen
Voor mij was deze reis een reflectie op mijn eigen werk. Organische architectuur is geen stijl of handschrift, maar een manier van kijken en voelen. Het gaat om het scheppen van ruimtes die resoneren met de mens, met de plek, met het leven zelf.
En juist nu, in een tijd van transitie, zie ik steeds meer mensen op zoek gaan naar zulke plekken: gebouwen die niet alleen mooi zijn, maar ook kloppen vanbinnen. Die gedragen worden door een visie. En waarin je kunt thuiskomen — fysiek én energetisch.
Eerder schreef ik over de woning Animus Fluens, een voorbeeld van bezield bouwen in Nederland
Met dank aan Peter, Gabriella, en mijn medereizigers van de Harmonicale Ellips voor de waardevolle gesprekken, inzichten en gedeelde verwondering.
Een reis die resoneert, verdiept — en verbindt.












