Over keuzemomenten, bewustzijn en de prijs van wat goed voelt
Ik ben bezig met het plaatsen van een nieuwe keuken in mijn woning. En zoals dat gaat met verbouwingen, komt er van alles bij kijken: aansluitingen, ruimte, lichtval — en in dit geval ook een stukje gevelisolatie.
Dus ik sta bij de Bouwmaat, scrollend door het schap met isolatiemateriaal. En tot mijn verrassing zie ik daar ineens een stapel Isovlas liggen. Biobased. Gezond. Vochtregulerend. Een materiaal dat ik mijn opdrachtgevers al jaren met overtuiging aanraad.
Maar dan gebeurt er iets onverwachts.
Ik kijk naar het prijskaartje…
En daarna naar het prijskaartje van de “traditionele” isolatie ernaast.
Het verschil: €2,50 per m².
En ik twijfel.
Heel even maar.
Maar toch.
Waarom eigenlijk?
Want ik weet wat Isovlas doet.
Ik weet wat het betekent voor mijn binnenklimaat, mijn gezondheid, mijn dakconstructie.
Ik weet hoe het voelt — in mijn handen, in de ruimte.
En toch weegt dat minieme verschil ineens op tegen alles wat ik weet en voel.
Twee euro vijftig.
Een bedrag dat ik zonder nadenken uitgeef aan een broodje onderweg of een koffie-to-go.
Maar hier, in het gangpad tussen glaswol en vlas, wordt het een morele afweging.
Dat zette me aan het denken.
Niet over geld.
Maar over het kleine stemmetje in ons dat fluistert: “Misschien is goedkoper wel goed genoeg.”
Of: “Anderen doen het toch ook zo?”
Of: “Misschien overdrijf ik.”
We leven in een cultuur waarin het ‘normale’ goedkoop is.
Waarin ecologisch bouwen nog steeds voelt als een extraatje — in plaats van de norm.
En waarin je soms moet kiezen tussen korte termijn gemak en lange termijn gevoel.
Ik koos voor Isovlas.
Natuurlijk.
Het was een no-brainer, als ik eerlijk was.
Maar die fractie van twijfel… die wil ik niet verstoppen.
Die zegt iets over hoe diep dit systeem zit.
Ook in mij.
Dus dit is geen blog over isolatiemateriaal.
Maar over kiezen.
Voor wat klopt.
Voor wat goed voelt.
Zelfs als het twee euro vijftig meer kost.
Of misschien:
juist dan.







